dinsdag 1 april 2008

Toiletten voor mindervaliden in Laarne?

Naar verluidt is dit document dit voorjaar besproken in de Laarnse gemeenteraad. Er is niet over gestemd, maar het document kon volgens een goede bron op de bijval van de burgemeester rekenen. Als alternatief zou de burgemeester later gesuggereerd hebben, het geld voor de bouw van openbare toiletten te gebruiken als steun voor aanpassingen aan gebouwen voor minder mobiele mensen. We wachten nieuwsgierig af...
-------------------------------------------------------------------------------------------------

Openbare toiletten... ook voor mindervaliden?

Motivatie:Dat rolstoelgebruikers – mindervaliden in het algemeen – in Vlaanderen nog steeds als tweederangsburgers worden beschouwd, is een open deur intrappen. Op vlak van sociale (financiële) tegemoetkomingen mogen we dan tot de Europese top behoren, in het dagelijkse leven worden mobiliteit en zelfredzaamheid nog steeds niet als vanzelfsprekende rechten beschouwd. Vooral de vrijetijdssector (horeca, toerisme...) schiet hier schromelijk tekort. Of het nu gaat om werkende, belastingen betalende mindervaliden of om mensen die met een uitkering moeten rondkomen, doet niet terzake. Zelfredzaamheid is een basisrecht, een mensenrecht. Voor de zwijgende minderheid van mindervaliden maken kleine aanpassingen een wereld van verschil. Misschien kan een aantrekkelijke gemeente als Laarne aan de buitenwereld eens tonen hoe het moet. Door een kleine ingreep zoals, bijvoorbeeld, een toegankelijk openbaar toilet. Doelgroep? Hoeveel rolstoelgebruikers (of mensen met verminderde mobiliteit) van een toegankelijk toilet zouden gebruikmaken, met andere woorden wat de behoefte of de vraag is, is zeer moeilijk te beantwoorden. Daarvoor is een (bijzonder tijdrovende) face-to-face enquête nodig bij de eigen bevolking en dan heb je de toeristen en andere wandelaars nog niet meegeteld. Bovendien is dit vrij arbitrair: vanaf hoeveel mindervaliden is een aanpassing verantwoord? Tien (en is acht dan net te weinig?), veertig (is achtendertig dan net te weinig?).... Omgekeerd is het even valabel, te stellen dat een faciliteit pas gebruikt zal worden als ze er is. De vraag naar de wenselijkheid van een rolstoeltoegankelijke sanitaire ruimte is een morele vraag. We doen dat omdat het moet, voor alle burgers. En, ten slotte, omdat we willen dat de mindervalide medemens zich Laarne-Kalken goed voeld. Het plaatsen van toegankeljke en aangepaste openbare toiletten in Laarne-Kalken zou ten goede komen aan:
Rolstoelgebruikers en andere mindervaliden die lokale evenementen willen bezoeken (jaarmarkt, kermis, kasteel, heksen-evenement...) maar dat niet doen bij gebrek aan een toegankelijk toilet. Want als je moet plassen zijn er geen alternatieven: terug naar huis.
Minder mobiele mensen in het rusthuis, om dezelfde reden.
Dagjesmensen, wandelaars en andere toeristen die nu wegblijven omdat ze vrezen niet tijdig hun plasje te kunnen doen.Het is duidelijk dat de omvang van die doelgroep bijna onmogelijk te becijferen is. Nogmaals: het is een morele keuze. Het plaatsen van aangepaste openbare toiletten in Laarne-Kalken zal waarschijnlijk ook media-aandacht krijgen. Het is een unieke kans om te tonen dat meerderheid en oppositie de handen in elkaar kunnen slaan voor een (bescheiden) gemeenschappelijk doel. Waarom geen mobiele toiletten? U kent ze wel, ze staan vaak op grote bouwwerven, festivals en dergelijke: de mobiele toiletten. Er zijn redenen waarom dat geen valabele optie is.
Chemisch? Chemische toiletten hebben geen spoeling of afvoer. Eenvoudig gesteld: een grote bak met middenin een gat en een hoeveelheid chemisch product. Na enkele dagen begint dat verschrikkelijk te stinken (in de zomermaanden is de stank niet te harden).
De reiniging (het leegmaken) gebeurt door een ruimingsbedrijf. Dat is duur.
De wanden zijn niet te isoleren.
Zo’n mobiele bak heeft een drempel van meer dan 2 cm (zie verder).
De draaicirkel voor een rolstoel (1,5 m) is ontoereikend
Steungrepen zijn niet mogelijk.
Afsluiting en beveiliging zijn ontoereikend.
Waarom een vast toilet? Omdat vrijwel alles wat in een mobiel toilet niet mogelijk is, in een vaste sanitaire ruimte wel mogelijk is. Zo eenvoudig is dat. Op het internet is bij officiële overheidsdiensten overvloedig veel informatie te vinden over aanpassingen voor mindervalide mensen (zie bijvoorbeeld http://www.gelijkekansen.be/). Hieronder een greep uit de aanbevelingen, getoetst aan persoonlijke ervaringen.
Hoogte - Om problemen bij overvloedige regenval te vermijden, is het aan te bevelen de toegang tot het openbaar toilet lichtjes hoger te plaatsen dan de vlakke grond. Een deurdrempel van 2 cm hoogte wordt algemeen als maximaal beschouwd maar voor zelfstandige rolstoelgebruikers kan dat, afhankelijk van het type rolstoel, al te veel zijn.
Oprijplaat - Er bestaan mobiele oprijplaten in zeer licht materiaal, maar het risico van diefstal is niet denkbeeldig. Daarom is een betonnen hellingsbaan noodzakelijk. De hellingsgraad mag maximaal 5 % zijn. Voor de hellingsbaan moet er een vlak bordes zijn. Het hellend vlak is minstens 1,20 m breed, en slipvrij. Voor de zelfstandige rolstoelgebruiker is een of tweel leuningen van tussen 85 cm en 1 m hoog aan te bevelen.
Deur - De toegangsdeur is minstens 90 cm breed, 1,5 meter is beter. De deur draait naar buiten open. Een horizontale greep aan de binnenkant vergemakkelijkt het openen en sluiten. Een glijdeur is een alternatief
Toiletruimte – De totale toiletruimte voor gehandicapten is minstens 1,65 m op 2,20 m groot. Een vrije draaicirkel van 1,5 meter is een absolute noodzaak..
Toilet - Het toilet, inclusief de toiletbril is 50 cm hoog. Aan minstens één kant van het toilet moet er een vrije breedte van 90 cm zijn om een zijdelingse transfer te kunnen uitvoeren. Een toilet waar aan beide zijden een transferruimte is, moet 2,20 m op 2,20 m groot zijn. Uiteraard is er een spoelbak.
Grepen - Een vaste greep aan de muur en een opklapbare steun aan de andere kant van het toilet zijn de beste keuze. Een toilet met aan weerszijde een transferruimte heeft echter twee opklapbare steunen nodig.
Wastafel - De ruimte onder de wastafel ( de ‘beenhoogte’) bedraagt 70 cm. De bovenrand van de wasbak is tussen 80 en 90 cm hoog. De onderrand van de spiegel komt op ongeveer 90 cm. Voor personen met een verminderde handfunctie zijn een automatisch handdoeksysteem en een zeepdispenser met een verlengde hendel nuttig.
Kapstok – Een kapstok moet bereikbaar zijn. 1,20 meter hoogte is de norm.
Alarm - Met een alarmknop kan hulp gevraagd worden wanneer er iets misloopt of iemand zich onwel voelt.

Geen opmerkingen: