dinsdag 1 april 2008

Dossier

Noot: ik had dit dossiertje heel graag gepresenteerd op de Laarnse gemeenteraad. Een vraag van een gemeenteraadslid en een persoonlijke mail van mij leverden een weigering op. Nochtans vroeg ik maar vijf minuten spreektijd, zonder debat. Vreemd is dat: als journalist had ik vlot toegang tot de hogere cenakels van o.m. de Europese Commissie en de Navo, en in mijn eigen gemeente blijft de deur dicht.
Het gemeentedecreet voorziet in 'burgerinitiatieven', en dat weten de gemeenteraadsleden ook. Dat betekent, dat ik mits één procent van de stemmen van de inwoners van Laarne-Kalken, een agendapunt op de gemeenteraad kan afdwingen. Moet ik toch even over nadenken
Praktische noot:de foto's in het deel 'op wandel' ontbreken nog, maar ze komen eraan./. gdc
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Laarne op wielen
Over mobiele en minder mobiele mensen

Inleiding
In discussies over mobiliteit wordt een groep burgers met regelmaat over het hoofd gezien: de minder mobiele mensen. Het gaat niet alleen om mensen die zwaar hulpbehoevend zijn en bijzondere zorg nodig hebben, maar ook om mensen met een baan, een gezin, die belastingen betalen en hun kiesplicht vervullen, en die door een speling van het lot mobiliteitsproblemen hebben. Voor deze rolstoelgebruikers, slechtzienden, doven en andere gehandicapten is mobiliteit een voorwaarde voor zelfredzaamheid én voor sociale integratie. Gehandicapten vormen een grote minderheidsgroep die anno 2007 nog steeds volstrekt legaal gekrenkt wordt in een van zijn fundamentele rechten: het recht op mobiliteit. Zowat driekwart van alle horecazaken, maar ook een belangrijk deel van de culturele en toeristische infrastructuur in Vlaanderen is voor rolstoelgebruikers geheel of gedeeltelijk ontoegankelijk door hoge drempels, te smalle doorgangen, trappen naar het toilet enz. Als we ervan uitgaan dat mobiliteit en zelfredzaamheid tot de basisrechten van elke burger behoren, dan moeten we vaststellen dat dat recht op ontelbare plaatsen in Vlaanderen wordt geschonden. Gehandicapten zijn meestal door een speling van het lot beland in de toestand waarin zij zich nu bevinden. Velen van hen werken (of hebben gewerkt), betalen belastingen enz. Zij moeten dezelfde rechten hebben die de valide burgers hebben. Dat mag geen gunst zijn. Nochtans kan je in Vlaanderen makkelijker te weten komen of je ergens (horeca, vakantieverblijven...) met je hond binnenmag, dan of je er met een rolstoel binnenkan. En als het gebouw toegankelijk is, dan is het lang niet altijd duidelijk of er ook aanpassingen zijn voor gehandicapten. ‘Toegankelijk’ en ‘aangepast’ zijn immers twee verschillende begrippen. Toegankelijkheidsnormen en -symbolen zijn nochtans internationaal bekend en zouden dat ook in Vlaanderen moeten zijn. Bij overheidsdiensten valt de omzetting in de praktijk doorgaans nogal mee – althans wat de infrastructuur betreft - maar in de commerciële sector is het huilen met de pet op. Er beweegt iets. Laagdrempelige trams zijn stilaan een vertrouwd straatbeeld, en op feesten en festivals duiken steeds meer toiletten voor mindervaliden op - ook al worden zij meestal als berghok voor emmers en borstels gebruikt. Theaters en concertzalen hebben voorbehouden plaatsen voor minder mobiele mensen (ook al bevinden die zich meestal helemaal achteraan) en in moderne cinema’s kun je vlot de zalen in (ook al zit je soms met je neus tegen het scherm). De problemen die minder mobielen in Vlaamse steden en gemeenten ondervinden, zijn in het buitenland vaak al decennialang opgelost. Sterker nog: het voorkomen van problemen wordt doorgaans als normaal beschouwd. In ons land is de oplossing zelf een probleem. Nochtans zijn heel wat problemen lokaal op te lossen. Smalle stoepen met bulten en putten, kasseien die je tandvullingen doen loskomen, niet-gemarkeerde wandelpaden, ontoegankelijke toiletten... De kern van de zaak is deze: mobiliteitsproblemen moeten a priori op basisniveau worden ingecalculeerd en dus voorkomen. De overheid moet daarin een dwingende rol spelen. In België zijn wij het echter zo gewend geraakt dat problemen a posteriori worden opgelost - als er tijd is, als er geld is, als de politieke wil er is - dat we lapmiddelen, hoe goed bedoeld ze ook zijn, de norm vinden. De overheid mag er niet van uitgaan dat “we doen wat we kunnen”, maar wel dat “we doen wat we moeten doen”. Wij zijn ervan overtuigd dat in Laarne de politieke wil en de luisterbereidheid aanwezig zijn om de wensen en noden van minder mobiele mensen om te zetten in concrete realisaties. Om problemen op te lossen moeten ze echter vooraf als probleem herkend worden, en dat is niet altijd makkelijk. Een valide mens die plots in een rolstoel belandt, ziet van de ene dag op de andere de wereld vanuit een heel ander perspectief: kasseien, een stoeprand, een drempel... In de bladzijden hierna probeer ik een aantal problemen in kaart te brengen. Sommige zijn bekend, sommige zijn misschien al op weg naar een oplossing, andere zijn misschien minder bekend. In het verleden was ik lid van de verkeerscommissie van de VAB en ook als hoofdredacteur van UIT-magazine lagen mobiliteitsproblemen mij zeer na aan het hart. Ten slotte ervaar ik dagelijks met welke problemen de minder mobiele mens geconfronteerd wordt, vermits mijn echtgenote rolstoelgebruiker is. Ik hoop dat dit document mag bijdragen tot een constructieve discussie met open geesten. Als politiek volstrekt neutrale waarnemer ben ik ervan overtuigd dat Laarne een voortrekkersrol kan spelen op vlak van toegankelijkheid, aanpassingen en mobiliteit in het algemeen. Gerrit De Clercq Laarne, 2007

Nationale politieke partijen

In juni 2004 stuurde ik een brief naar alle politieke partijen, deels in het verlengde van een vergadering van mei 2004 in de gemeente (zie verder). Deze brief was een mix van eigen bedenkingen en ervaringen, maar ook van verzuchtingen uit het brede veld van minder mobiele mensen, die ik uit conversaties en lectuur heb gedistilleerd. De respons op mijn brief was groot en leerrijk. Voor een goed begrip: de webstek www.declercq.tk bestaat intussen niet meer. Laarne, 5 juni 2004 Geachte mevrouw, geachte heer, In onze gemeente groeit een initiatief om de mobiliteit van rolstoelgebruikers en gehandicapten in het algemeen te bevorderen. Dat stemt mij zeer gelukkig. Nu we nog slechts een zucht van de verkiezingen verwijderd zijn, wil ik graag het standpunt van uw partij in deze materie kennen. Ik ben ervan overtuigd dat dit veel mensen zal interesseren, en misschien zelfs hun stemgedrag kan bepalen. Ik ben dan ook zo vrij, deze brief aan mijn webstek toe te voegen. Het antwoord van een van uw mandatarissen hierop, zal ik op dezelfde plaats publiceren. Om praktische redenen: graag niet langer dan een A4’tje (als het echt moet: twee dan maar). (De tekst hieronder bevat bedenkingen die ook elders te vinden zijn.) De problemen waar mensen met mobiliteitsproblemen (rolstoelgebruikers en andere gehandicapten, ook oudere mensen) mee te kampen hebben, zijn in nagenoeg heel Vlaanderen herkenbaar.
Stoepen zijn door hun gebrekkige staat onveilig, en er zijn te weinig hellende vlakken.
Oversteekplaatsen zijn zelden aangepast voor mensen met mobiliteitsproblemen.
Mensen met mobiliteitsproblemen kunnen niet altijd deelnemen aan lokale festiviteiten zoals kermissen, feesten, markten... De toestand van de stoepen en de straten en het gebrek aan sanitaire voorzieningen maken dat vaak onmogelijk.
Er zijn te weinig betrouwbare gegevens over de toegankelijkheid van de horeca en de toiletten (bereikbaar/aangepast) in cafés en restaurants.
De toestand van het wegdek en de stoepen maakt de toegang tot overheidsgebouwen in veel gevallen problematisch of onmogelijk.
Het openbaar vervoer in de steden en gemeenten is slechts zeer gedeeltelijk toegankelijk.Eigenlijk zijn dit vrij trieste vaststellingen. De problemen die gehandicapten (laat ik dit als synoniem voor mensen met mobiliteitsproblemen gebruiken) in vele Vlaamse gemeenten ondervinden, zijn op tal van plaatsen in het buitenland al decennialang opgelost. Sterker nog: het oplossen of liever het voorkomen van problemen wordt doorgaans als normaal beschouwd. In ons land is de oplossing zelf al een probleem. Als we ervan uitgaan dat autonomie en mobiliteit tot de basisrechten van elke burger behoren, dan moeten we vaststellen dat die rechten op ontelbare plaatsen in Vlaanderen genegeerd worden. De kern van de zaak is deze: mobiliteitsproblemen moeten a priori op elk niveau en bij elke actie van de overheid worden ingecalculeerd (en dus voorkomen). Wij zijn het echter zo gewend geraakt dat die problemen a posteriori worden opgelost...
als er tijd is
als er geld is
als de politieke wil er is... dat we lapmiddelen, hoe goed bedoeld ze ook zijn, de norm vinden. Natuurlijk zijn er plaatsen waar de zaken zijn zoals ze in een beschaafd land horen te zijn, en u kan mij daar ongetwijfeld ook voorbeelden van noemen. Jammer genoeg is de verhouding in de meeste gevallen nog steeds in het nadeel van de gehandicapten. Het is een oud verhaal: te weinig en te laat. ‘We doen ons best’ is de regel, maar dat is vandaag de dag niet genoeg. De belangloze inzet van organisaties voor gehandicapten en talloze vrijwilligers staat nog te vaak in scherp contrast met de politieke wil om komaf te maken met situaties die in de tijd van de Flintstones thuishoren. Daarom pleit ik voor een “Charter voor geïntegreerde mobiliteitszorg”. Met geïntegreerd bedoel ik dat de mobiliteit van gehandicapten niet kan losgekoppeld worden van de andere noden en rechten in het maatschappelijk leven, zoals daar zijn: verkeer, informatie, integratie enz. Zo’n charter is een pact tussen de overheid en de burger, en bevat basisprincipes die in elke beleidsdaad moeten vooropstaan. Een voorbeeld.

Charter voor een geïntegreerde mobiliteitszorg

  • Autonomie en mobiliteit behoren tot de basisrechten van elke burger. De overheid heeft de morele plicht deze rechten te bewaken.
  • Teneinde deze rechten te garanderen, moet de overheid er bij de conceptfase van iedere beleidsdaad effectief rekening mee houden.
  • De overheid zorgt voor een geïntegreerde aanpak van mobiliteit. Dat betekent dat mobiliteit niet kan losgekoppeld worden van verkeersveiligheid, toegankelijkheid, sociale voorzieningen, en het recht op informatie van elke burger.
  • Aanpassingen om de mobiliteit van gehandicapten te verbeteren mogen niet a posteriori aan het beleid worden toegevoegd (als er tijd en geld over is), maar moeten a priori worden ingecalculeerd.
  • De overheid gaat er niet vanuit dat “we doen wat we kunnen”, maar wel dat “we doen wat we moeten doen”.Gehandicapten zijn mensen die, door een speling van het lot, beland zijn in de toestand waarin zij zich nu bevinden. Velen van hen werken (of hebben gewerkt), betalen belastingen enz. Zij, maar ook de andere gehandicapten die niet (kunnen) werken, moeten dezelfde rechten hebben die de valide burgers hebben. Dat mag geen gunst zijn, het is een basisrecht. Nu is dat niet het geval. Al te vaak gebruiken bewindslieden argumenten als “er is geen geld” of, erger nog, “we doen wat we kunnen”. Het beleid moet ervoor zorgen dat er geld is, en dat gedaan wordt wat moet gedaan worden. Mijn laatste pleidooi gaat over de aanstelling van een ombudspersoon, die tegelijk spreekbuis is tussen de gehandicapten en de overheid, én toegang heeft tot het beleid. Iemand die de bevoegdheid heeft om autonoom, accuraat en billijk dossiers op te volgen tot zij opgelost zijn. Ik dank u voor uw aandacht, en ik hoop spoedig van u een reactie te mogen krijgen.

Met vriendelijke groet,
Gerrit De Clercq
Warande 88
9270 Laarne
mail: gerrit.de.clercq.gmail.com
gsm: 0495 809442

Reactie CD&V

Geachte heer De Clercq,

Oprechte dank voor uw bericht. Veel van wat u schrijft (cf. ook het charter voor een geïntegreerde mobiliteitszorg) is heel herkenbaar voor ons. Graag citeer ik dan ook exemplarisch uit ons verkiezingsprogramma 2004. In verschillende hoofdstukken hebben wij allerlei aspecten opgenomen van deze door u terecht aangekaarte problematiek: In “Werken, investeren, ondernemen, innoveren”:  We vereenvoudigen de tewerkstellingsmaatregelen zodat het voor de werkgever transparanter wordt met welke voordelen hij kan genieten bij de aanwerving van nieuwe mensen. Zo krijgen ook personen met een handicap meer kansen om zich op het vlak van tewerkstelling optimaal te ontplooien, zowel in de reguliere als de beschutte tewerkstelling. In “Blijven zorgen voor mekaar”:  We stimuleren de initiatieven die ervoor zorgen dat mensen met een handicap en/of ouderen die geen gebruik meer kunnen maken van openbaar of eigen vervoer tegen een zeer laag bedrag naar de plaats van kort- of dagverblijf kunnen worden gebracht. We nemen het niet dat valide, mobiele mensen kunnen genieten van gratis collectieve mobiliteit, terwijl minder mobiele zorgbehoevende mensen of mensen een handicap veel geld moeten neertellen om naar het ziekenhuis, de zorginstelling of waar dan ook te gaan.  We versterken de centra voor maatschappelijk werk en die diensten van de mutualiteiten, gespecialiseerd in info en advies over sociale voordelen en voorzieningen voor zieken, personen met een handicap en ouderen.  We stimuleren het creëren van comfortflats. Ouderen en personen met een handicap kunnen hun te ruim geworden huis met overheidssteun laten verbouwen. Hierdoor kunnen gezinnen intrekken op één of meer verdiepingen. Het gelijkvloers wordt een serviceflat. De huur die het gezin betaalt gaat naar het Vlaams Zorgfonds, uitgebouwd in het raam van de zorgverzekering. De zorgkas dekt alle kosten van de zorgbehoevendheid.  We stimuleren het levenslang wonen (aanpasbaar wonen): fiscale drempels voor aanpassingen aan de woningen nemen we weg (bv. geen verhoogd kadastraal inkomen na een aanpassing).  We ondersteunen projecten die erop gericht zijn om via de televisie op voor iedereen zeer toegankelijke, overzichtelijke, volledige en begrijpbare wijze informatie op maat te bezorgen mbt specifieke zorg en welzijnsvragen.
Personen met een handicap en chronisch zieken: aangepaste zorg zonder wachtlijsten We gaan voor een onafhankelijke ombudsdienst die opkomt voor alle dagelijkse problemen van mensen met een handicap (laattijdige afhandeling integratie­tegemoetkoming, klachten over de medische controle voor verhoogd kindergeld en/of integratietegemoetkoming, tekort aan opvangplaatsen enz.).  We verbeteren het systeem en maken een einde aan de administratieve rompslomp: we gaan naar 1 centraal dossier, de geldigheidsduur van medische en andere attesten voor gehandicapten en chronische zieken verlengen we tot minstens 5 jaar, zodat niet elk jaar hetzelfde attest moet worden ingediend.  We gaan voor meer middelen voor meer investeringen. Door de bouw van meer nursinghomes aangepast voor mensen met een niet-aangeboren hersenletsel zorgen we ervoor dat jonge mensen die door een hersenbloeding, (verkeers)ongeval gehandicapt raken niet langer in een rust– en verzorgingstehuis moeten worden opgenomen.  We passen de investeringsinspanningen en ondersteuningsmiddelen voor personen met een handicap aan in functie van de behoeften, zodat de wachtlijsten effectief worden weggewerkt. In “Vrije tijd, sport, cultuur”:
Fysieke toegankelijkheid Alle cultuur- en sportinfrastructuur waar gesubsidieerde activiteiten plaatsvinden moeten daarom toegankelijk zijn voor minder mobiele medemensen. In “Mobiliteit”:  We waken erover dat de Vlaamse wegeninfrastructuur verkeersveilig is ingericht tegen 2010 (vrij liggende fietspaden, doortochten door woonkernen, goed onderhouden wegen, veilige kruispunten en oversteekplaatsen en het wegwerken van zwarte punten). Tegen 2008 werken we alle zwarte punten weg via een nauw opgevolgd en strak investeringsschema. We richten onze voetpaden, kruispunten en oversteekplaatsen zo in dat ze optimaal bruikbaar en toegankelijk zijn voor ouderen, kinderwagens en mensen met een handicap.  Het openbaar vervoer dient voor iedereen toegankelijk, bereikbaar, betreedbaar en bruikbaar te zijn. Voor hen die door een handicap of andere zorgbehoevendheid niet het gewone openbaar vervoer kunnen gebruiken, dient een aangepast deur-aan-deur-vervoer ingezet te worden tegen hetzelfde tarief als het openbaar vervoer bij gelijkaardig traject (via bijvoorbeeld een taxicheque). Met vriendelijke groet, Wilfried Van Rompaey Adviseur Ceder – Studiedienst van CD&V Reactie VLD Om de verkeersveiligheid en mobiliteit voor mensen met een handicap te verhogen wil de VLD maatregelen treffen, zowel naar infrastructuur als naar dienstverlening toe. Op die manier kunnen mensen met een handicap volwaardige deelnemers aan de mobiliteit en aan het maatschappelijk leven worden. Op voorstel van minister Van Mechelen werd een besluit goedgekeurd waarbij de bouwaanvraag voor een publiek gebouw moet aangeven welke ingrepen men zal doen om het gebouw integraal toegankelijk te maken. De bouwaanvraag zal alle maatregelen moeten vermelden die ervoor zorgen dat alle gebruikers de publiek toegankelijke ruimtes van het gebouw, zelfstandig en gelijkwaardig kunnen bereiken, betreden, gebruiken en begrijpen. Samengevat, de toegankelijkheid voor iedereen moet al bij de bouwaanvraag de nodige aandacht krijgen. Voetpaden en oversteekplaatsen dienen gebruiksvriendelijk te zijn. Door meer investeringen in tril- en geluidsinstallaties voor blinden, meer blindengeleidestrips en verende tegels op oversteekplaatsen en voetpaden. Trein, bus, tram en metro dienen toegankelijk gemaakt te worden voor rolstoelgebruikers en sensorisch gehandicapten. Op die manier wordt het systeem praktisch voor iederen toegankelijk. Zo is er nood aan het verlagen van de opstap van bussen, tram en trein. Er werd al geïnvesteerd in laagdrempelbussen en -trams. Ook bij de bestelling van nieuwe treinstellen werd speciaal aandacht besteed aan de toegankelijkheid voor mensen met een handicap. Die investeringen moeten onverminderd worden verdergezet. Voor mensen waarvoor het openbaar vervoer niet toegankelijk is, dient er een aangepast openbaar vervoer voorzien te worden. Bussen met vast traject, maar vrij kiezen van op- en afstapplaatsen. De toegankelijkheid van openbaar vervoer moet gecoördineerd worden op Europees niveau. Meer parkeerfaciliteiten in de binnenstad voor mensen met een handicap: strengere controles op het parkeren van gewone auto’s op gereserveerde plaatsen, strengere toelatingsnormen voor het bekomen van een parkeerkaart, meer en ruimere gereserveerde plaatsen.

Reactie Vivant

Beste Gerrit,

Wij zijn overtuigd dat de problemen, die u aanhaalt in vele gevallen schrijnend zijn. Wij zijn tot nu toe een kleine opstartende partij, die spijtig genoeg niet kan beweren op alles een antwoord te hebben.VIVANT is een partij, die heel open staat voor vernieuwende ideeën en nu reeds in haar programma verschillende voor gehandicapten vriendelijke punten heeft.- Afschaffen van zoveel mogelijk paperassen en sterk vereenvoudigen van de regelgeving.- Door afschaffen van sociale lasten en belastingen op lonen eerst en vooral in de zorg- en dienstensector wordt de ondersteuning van gehandicapten heel wat goedkoper en dus bevorderd.Maar dit is geen antwoord op uw vraag over mobiliteit. Ikzelf heb voor mijn pensionering in ziekenhuizen gewerkt. Een ding heb ik er zeker geleerd. Als zorgverstrekker kun je je soms moeilijk in de plaats van zorgbehoevende zetten en heb er de waarde en het belang van ervaringsdeskundigen geleerd (de gehandicapte en de familie in de eerste plaats).VIVANT wil in deze niet de partij zijn, die nu eens zal zeggen wat allemaal voor mensen met een handicap moet gebeuren op gebied van mobiliteit en dit dan beloven. Integendeel VIVANT is vragende partij om mensen met een handicap in hun rangen op te nemen en hen in een Vivantische geest mee te laten bepalen wat de partij moet doen o.a. op het gebied van mobiliteit voor mensen met een handicap. M.a.w. bij VIVANT zijn mensen met een handicap meer dan welkom om mee te denken en te beslissen in de partij.Met vriendelijke en Vivante groeten

Wim Hemerijckx
VAV-teamReactie

Groen!

Geachte heer De Clercq,

Bedankt voor uw brief van 5 juni 2004 over de mobiliteit van rolstoelgebruikers en gehandicapten in het algemeen. Groen! kan zich volledig achter uw eisen scharen. Aantrekkelijke tariefformules hebben het openbaar vervoer voor heel wat doelgroepen een flink stuk goedkoper gemaakt. Een goede zaak, maar spijtig genoeg kan niet iedereen daarvan genieten omdat het openbaar vervoer en het openbaar domein in het algemeen vaak te weinig toegankelijk zijn voor minder mobiele mensen. Als we echt voor iedereen in Vlaanderen basismobiliteit willen garanderen, moet toegankelijkheid inderdaad een integraal onderdeel van het mobiliteitsbeleid vormen. Dat betekent dat toegankelijkheid reeds in de conceptfase een plaats moet krijgen bij de (her)aanleg van straten, kruispunten, openbare gebouwen, stations en halteplaatsen, bij de aankoop van rijtuigen,… Groen! besteedt in het verkiezingsprogramma voor de Vlaamse verkiezingen dan ook veel aandacht aan toegankelijke mobiliteit. Ik geef u graag een bloemlezing uit ons programma: Groen! wil voor de voetgangers onder andere:
Meer financiële middelen voor voetgangersvoorzieningen, zodat gemeenten effectief kwalitatieve voetpaden aanleggen
Opvolging en uitbreiding van de Vlaamse bouwverordening, om de kwaliteit van de voetgangersvoorzieningen te garanderen. De toegankelijkheid voor personen met een handicap is een belangrijk aandachtspunt, ook voor alle gebouwen met een publieke functie, zowel openbare als private (bijvoorbeeld handelsruimten). De ruimtelijke ordening dient oog te hebben voor technische kwalitatieve comfortabele voetgangersvoorzieningen met een hoge beeldkwaliteit.

Aandacht voor het voor- en natransport te voet bij het openbaar vervoer: degelijke wachtinfrastructuur, toegankelijke haltes en rijtuigen,…
Groen! wil dat de zwakke weggebruiker ook een centraal aandachtspunt wordt in onderzoek en onderwijs, dat de overheid zelf het goed voorbeeld geeft en de zwakke weggebruiker ook nauw bij het beleid betreft:
Verhogen betrokkenheid van de voetganger en de fietser in het mobiliteitsdebat:
Mobiliteitsraad met prioritaire aandacht voor duurzame alternatieven. Deze raad werd in 2001 bij decreet opgericht, maar de samenstelling is op dit moment nog niet vastgelegd. Groen! wil dat belangenorganisaties die werken rond duurzame alternatieven, zoals de Fietsersbond, de Bond van Trein- Tram- en busgebruikers en de Voetgangersbeweging – elk een effectieve zetel krijgen. Alleen hun aanwezigheid garandeert de nodige aandacht voor duurzame mobiliteit.
Oprichting Vlaams Mobiliteitsfonds om enerzijds de basisfuncties van de mobiliteitsverenigingen – beleidsadvisering, beleidsevaluatie, beleidsbeïnvloeding – te ondersteunen en anderzijds om vernieuwende projecten, campagnes en studies vanuit het middenveld financieel mogelijk te maken.Comfortabel en toegankelijk openbaar vervoer Openbaar vervoer maximaal toegankelijk voor minder mobiele mensen, naast oplossingen op maat voor wie niet met bus of tram meekan. Groen! wil niet alleen meer en sneller openbaar vervoer, Groen! wil ook het comfort voor de reiziger verhogen. Dat kan door:  Versnelde verbetering van de toegankelijkheid van haltes, perrons, verkoop- en onthaalinfrastructuur en rijtuigen.  Vertegenwoordigers van de gebruikers, inzonderheid personen met een handicap en senioren, actief betrekken bij het toegankelijkheidsbeleid, geven advies en kunnen knelpunten signaleren.  Het gewone openbaar vervoer dient voor iedereen maximaal toegankelijk te zijn. Daarnaast blijven er echter maatregelen op maat nodig voor specifieke doelgroepen, zoals de minder-mobielencentrales.  Comfortabele en bereikbare wachtaccomodatie.  Schone en reclamevrije voertuigen.  Een actieplan “sociale veiligheid tegen agressie op trein, tram en bus.  Invoering van een onafhankelijke ombudsdienst (bij De Lijn), naar analogie met de NMBS.  Een afdwingbaar en ambitieus handvest van de reiziger, waarvan de resultaten regelmatig gemeten en teruggekoppeld worden.  Inschakeling en bekend maken van het contactcenter van De Lijn bij de kwaliteitsbewaking. Reizigers kunnen hier tekortkomingen melden.  Vlot beschikbare en eenvoudige bereikbare informatie voor de reiziger: bijkomende lijnwinkels (eventueel gecombineerd met andere dienstverlening), ruime openingstijden, eenvormige en geïntegreerde informatie (busboekjes, netplannen) gebruiksvriendelijke website, eenvoudige reservatie van belbussen, meer informatie in en op het voertuig (b.v. halte-aankondiging), elektronische informatie over reële wachttijd aan haltes,… Ik hoop u hiermee een beeld gegeven te hebben van de standpunten van Groen! over toegankelijke mobiliteit. Alvast nog veel succes met uw acties! Met vriendelijke groeten, Ann De Martelaer Vlaams volksvertegenwoordiger GROEN!2de effectieve Vlaams Parlement en 1st opvolger Langelostraat, 813212 Pellenberg 0476 927 616

Vlaams Blok

Geachte Heer,

Vlak voor de verkiezingen zijn alle partijen geneigd hun kiezers in alles gelijk te geven. Meestal worden die beloften nooit ingelost. Om niet van dat soort opportunisme verdacht te worden, hebben wij onderstaande tekst volledig samengesteld uit letterlijke citaten uit ons programma. Dit zijn dus geen vrijblijvende beloften, dit is vastgelegd in officiële programmateksten. Wij hebben ons beperkt tot problemen die verwant zijn met mobiliteit. De teksten over wachtlijsten, sociale voorzieningen e.d.m. zijn niet overgenomen. Alleen in het allerlaatste citaat gaan we even op andere problemen in. Wij hebben zeer vaak geprotesteerd tegen de verspilling van overheidsgeld ten voordele van zogenaamde "kansarmen", waarmee men dan meestal immigranten bedoelt, die helemaal niet zo kansarm zijn. Maar die zo vaak misbruikte term is hier wel terecht: gehandicapten zijn de échte kansarmen van onze samenleving. "Verkeersleefbaarheid wordt door het Vlaams Blok niet enkel gekoppeld aan het invoeren van de zone 30 in de schoolomgeving of in dorpskernen. Vooral de zwakke weggebruikers, zoals voetgangers, fietsers en gehandicapten ondervinden samen met de plaatselijke bewoners of de gemeente wat verkeersleefbaarheid is. Te smalle voetpaden of ononveilige oversteekplaatsen, afwezigheid van of slecht onderhouden fietspaden vormen eveneens belangrijk elementen inzake verkeersleefbaarheid. [...] Inzake de uitbouw van het openbaar vervoer dient de aandacht ook nadrukkelijk uit te gaan naar het voor- en natransport te voet. Naar degelijke tram- en buswachthokjes, goede opstapfaciliteiten voor ouderen, gehandicapten en mensen met kinderwagens Het rijcomfort kan worden verhoogd door aandacht voor de rijstijl van bestuurders van trams en bussen. [...] Toerisme moet openstaan voor alle burgers. Vandaar dat speciale initiatieven dienen genomen te worden ter ondersteuning van de vakantiebeleving voor specifieke doelgroepen als jeugd, kansarmen, gehandicapten, gezinnen en senioren. [...]Mensen met de één of andere handicap hebben het in onze samenleving sowieso moeilijker dan anderen. Door een aantal vooroordelen en misverstanden die er nog steeds •bestaan ten opzichte van sommige handicaps geraken ze moeilijker aan een vaste job, door de extra kosten specifiek aan hun handicap hebben ze meer uitgaven, door de onaangepastheid van gebouwen en openbaar vervoer kunnen ze zich minder goed verplaatsen. Dit alles maakt het hen moeilijk zelfstandig te wonen en een eigen, autonoom bestaan op te bouwen, hetgeen nochtans de wens is van zeer vele gehandicapten. [...] Gehandicapten zijn vaak afhankelijk van technische hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld rolstoelen, aangepaste voertuigen en dergelijke. Jammer genoeg zijn zij hierbij soms het slachtoffer van handelaars met minder goede bedoelingen die hen materiaal verkopen van minderwaardige kwaliteit. De rolstoel is dan reeds lang versleten vooraleer ze opnieuw een aanvraag kunnen doen voor een nieuwe terugbetaling. Er zit dan niets anders op dan zelf de zware investering voor een nieuwe rolstoel te doen. Het Vlaams Blok wil paal en perk stellen aan deze wanpraktijken. Er moet een waarmerk voor technische hulpmiddelen worden ingevoerd zodat wie een dergelijk hulpmiddel koopt, verzekerd is van de kwaliteit en de levensduur ervan. [...] Een groot probleem voor rolstoelgebruikers en mensen die minder goed te been zijn, blijft nog steeds de toegankelijkheid van gebouwen. Drempels zijn nog niet overal weggewerkt, toegangsdeuren zijn vaak nog te zwaar om alleen te openen en draaideuren zijn al helemaal onmogelijk voor een rolstoelgebruiker. Het Vlaams Blok eist dat niet alleen alle openbare gebouwen, maar ook grote winkels en horecazaken toegankelijk zouden worden gemaakt voor gehandicapten. [...] Het openbaar vervoer gebruiken is voor een motorisch gehandicapte nog steeds een heikele onderneming. Het Vlaams Blok wil dat hierin verandering komt. Trein- en busperrons, evenals de voertuigen zelf moeten toegankelijk gemaakt en uitgerust worden voor rolstoelgebruikers. [...] Werkgevers aarzelen al te vaak om een gehandicapte in dienst te nemen. Nochtans kunnen vele gehandicapten even rendabel werken als andere werknemers. Zo kan een rolstoelgebruiker perfect bureelwerk verrichten, een blinde uitstekend als telefonist(e) functioneren enzovoorts. Het Vlaams Blok wil dat de overheid in deze het goede voorbeeld geeft en meer gehandicapten tewerkstelt. Ook dient het bedrijfsleven te worden overtuigd van de evenwaardige kwaliteit van gehandicapte werknemers in velerlei domeinen. De overheid kan via fiscale maatregelen hierbij een steuntje in de rug geven. [...] Het spreekt voor zich dat gehandicapte werknemers hetzelfde loon moeten krijgen als niet-gehandicapten, ook wanneer zij tewerkgesteld zijn in een beschutte werkplaats." Volgende teksten zijn citaten uit de dossiers die U kan vinden op www.vlaamsblok.be In ons dossier "Mindervaliden" stelden wij: "Onder paars-groen bleven ook de leeftijdsdiscriminaties voor mensen met een handicap voortduren. Mensen die na hun 65ste blind of doof worden of een andere handicap oplopen kunnen momenteel geen aanspraak maken op de terugbetaling van een hoorapparaat, een rolstoel, een aanpassing aan hun wagen, een speciaal bed of een persoonlijk assisentiebudget. Ook in de voorzieningen die door het Vlaams Fonds voor Personen met een Handicap moeten erkend en gesubsidieerd worden kunnen deze mensen niet op steun rekenen. Het Vlaams Blok vindt dat iedereen die ouder is dan 65 jaar en geplaagd wordt met een vermindering van het zelfzorgvermogen door ziekte of handicap ook de zekerheid moet hebben dat steun mogelijk is." In het dossier "Tegen Gehandicapten?" schreven we onder andere: "De gevaarlijkste en meest voor de hand liggende ontaarding van de huidige euthanasiewet zal niet ideologisch gefundeerd zijn, maar financieel. Nu al stijgen de kosten voor gezondheidszorg veel sneller dan het bruto nationaal product. Met een vergrijzende bevolking en een stagnerende economie zal dat probleem zich in de toekomst nog scherper stellen. In principe zou men gemakkelijk kunnen saneren door overconsumptie, wantoestanden en misbruiken in Wallonië aan te pakken. Daardoor zouden miljarden uitgespaard kunnen worden zonder ook maar één echte zieke of één echte gehandicapte te treffen. Maar binnen de Belgische politieke context is dat taboe. De Waalse politieke kaste zal hiertegen altijd een veto blijven stellen. Het gevaar is dan ook reëel dat men op een andere manier zal bezuinigen: door de normen voor euthanasie steeds meer te versoepelen. Daarvan zullen in de eerste plaats ouderen en gehandicapten het slachtoffer zijn. Lijkt dat een paniekerige of demagogische overdrijving? Helemaal niet. Het is alleen de voortzetting van een onmenselijke logica die nu al wordt gehanteerd. Mensen die na hun 65ste blind of doof worden of een andere handicap oplopen kunnen momenteel geen aanspraak maken op de terugbetaling van een hoorapparaat, een rolstoel, een aanpassing aan hun wagen, een speciaal bed of een persoonlijk assistentiebudget. Ook in de voorzieningen die door het Vlaams Fonds voor Personen met een Handicap moeten erkend en gesubsidieerd worden kunnen deze mensen niet meer op steun rekenen. Terwijl veel dergelijke handicaps zich natuurlijk juist in deze leeftijdscategorie manifesteren. Terwijl men allerlei vormen van misbruik en overconsumptie ongestraft laat voortwoekeren, bespaart men wèl op kosten van gehandicapte 65-plussers. Onder de regeringen Verhofstadt I en II bleven deze leeftijdsdiscriminaties voor mensen met een handicap trouwens voortduren. De logica hierachter is meedogenloos en onmenselijk: de overheid zegt hiermee eigenlijk impliciet dat zij geen financiële bijdrage wil leveren voor oudere gehandicapten. Zij vindt dat klaarblijkelijk een nutteloze investering. Voor onbemiddelde mensen betekent dat meestal dat zij zich geen rolstoel, geen hoorapparaat of geen aangepast bed kunnen aanschaffen, zodat hun levenskwaliteit sterk daalt. Zodat zij tenslotte terechtkomen in een toestand van "uitzichtloos en ondraaglijk lijden." Het spuitje van de euthanasie-arts zal dan een verlossing lijken. Ze zullen misschien zelfs niet meer protesteren. Het zal een gemakkelijke, goedkope en onmenselijke oplossing zijn om het budget voor gezondheidszorg in evenwicht te houden. En eens de overheid die barbaarse logica heeft aanvaard, zal het van kwaad naar erger gaan. De normen zullen steeds versoepeld worden. Er zullen steeds meer gehandicapte en demente ouderen in aanmerking komen voor euthanasie. Zij zullen niet meer in aanmerking komen voor dure therapieën, operaties of medicijnen. Of zij zullen op lange wachtlijsten gezet worden, helemaal onderaan. Dat is helaas geen sciencefiction. Dat is een ontwikkeling die nu reeds bezig is. Zelfs in een hoogontwikkeld industrieland als Groot-Brittannië, met een systeem van gezondheidszorg dat volledig in handen van de staat is, sterven er jaarlijks duizenden mensen omdat de wachtlijsten voor operaties veel te lang zijn." Hoogachtend, Marc Joris Provincieraadslid Oost-Vlaanderen Gemeenteraadslid Gent Universitair medewerker studiedienst.

Reactie sp.a

Geachte heer, Onze maatschappij is weinig of niet toegankelijk voor personen met een handicap. Dit is een sterke rem op de mogelijkheden tot sociale integratie.. Een van de meest teleurstellende bevindingen is dat minister Dirk Van Mechelen geen resultaat bereikt heeft voor de regelgeving inzake toegankelijkheid van publiek toegankelijke gebouwen en het openbaar domein. De opmaak hiervan heeft meer tijd in beslag genomen dan oorspronkelijk gepland was. Er waren verschillende pistes, een keuze is nog niet gemaakt. Men weet dus nog altijd niet welke aanpak het meest aangewezen is. We willen zelf niet langer wachten en overwegen een eigen decreetsvoorstel inzake toegankelijkheid in te dienen, naast of in het decreet ruimtelijke ordening. Anderzijds zijn er in de vorige legislatuur (federaal en Vlaams) bijzonder veel goede initiatieven tot stand gebracht: 1. De antidiscriminatiewet. 2. De website www.toegankelijkvlaanderen.be die informatie bevat over de toegankelijkheid van gemeentehuizen, hotels, musea, culturele centra en andere toeristische voorzieningen. 3. De Vlaamse regering heeft op 2 april 2004 een besluit principieel goedgekeurd dat een aantal veranderingen aanbrengt aan de wijze waarop de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning zijn aanvraag moet indienen. Met dit besluit zal een bouwaanvraag voor een 'publiek gebouw' voortaan moeten aangeven welke ingrepen men zal doen om het gebouw 'integraal toegankelijk' te maken. 4. Eind 2000 besliste de Vlaamse regering om een reglement te ontwikkelen voor de subsidiëring van diensten voor aangepast vervoer (DAV). Het aantal diensten dat op basis van het desbetreffende reglement gedeeltelijk wordt gesubsidieerd, is gegroeid van elf in 2001 tot veertien in 2003. Deze diensten verspreiden zich over heel Vlaanderen en maken deel uit van een netwerk dat de bedoeling heeft zich, stapsgewijs en binnen de haalbaarheid van het beschikbare budget, uit te breiden tot een gebiedsdekkend circuit. Het reglement zelf werd eind 2003 op basis van de kennis en ervaring die inmiddels in het dossier werd opgedaan, geëvalueerd en verfijnd. De bijgestuurde versie is in januari 2004 goedgekeurd door de Vlaamse regering. In de nieuwe reglementering valt de strikte onderverdeling tussen landelijke gebieden en stedelijke gebieden weg, zodat ook projecten in landelijke gebieden voor subsidie in aanmerking komen. Bovendien kunnen de diensten voor aangepast vervoer nu ook investeren in aangepaste voertuigen. 5. Reeds geruime tijd kunnen gebruikers van een elektrische rolstoel, die een uitkering krijgen van het Vlaams Fonds en die in een belbusgebied wonen, een belbushalte voor hun huisdeur aanvragen. De loopafstand tussen de woning en de halte wordt zo maximaal gereduceerd. Deze maatregel werd recentelijk positief geëvalueerd. De Lijn heeft daarop de beslissing genomen om het initiatief uit te breiden naar alle rolstoelgebruikers die een uitkering krijgen van hetzij het Vlaams Fonds, hetzij het RIZIV. Wat de rechthebbenden van het Vlaams Fonds betreft, verloopt de uitbreiding vlot. De rechthebbenden van het RIZIV moeten iets meer geduld hebben vooraleer zij deze maatregel kunnen genieten. Het RIZIV wil namelijk eerst een procedure uitwerken waarbij ze, zonder de wet op de privacy te schenden, de persoonsgebonden gegevens kunnen vrijgeven die nodig zijn opdat De Lijn een halte aan huis zou kunnen organiseren. De mogelijkheid van een belbushalte aan huis beperkt zich tot die gebieden waar reeds een belbusexploitatie bestaat. 6. Alle nieuw aangekochte autobussen zijn van het lagevloertype en zijn voorzien van een knielsysteem en uitschuifplatform. Dit maakt de voertuigen niet alleen toegankelijker voor rolstoelgebruikers, maar ook voor andere klanten, zoals senioren, personen met bewegingsbeperkingen of reizigers met kinderwagens. 7. Sinds de zomer 2003 bestaat er een proefproject van auditieve halteaankondiging op de tramvoertuigen en informatiebordjes in braille aan de haltes aan de Kust. De resultaten van dit proefproject zijn bevredigend. Ook de nieuwe tramvoertuigen (Hermelijn II), die in het voorjaar van 2004 geleverd zullen worden, zijn uitgerust met een visueel én auditief halte-aankondigingssysteem. 8. De VVSG heeft in het kader van het Europees Jaar voor de personen met een handicap in samenspraak met de cel Gelijke Kansen in Vlaanderen een pocket over toegankelijkheid uitgegeven. Daarin worden praktische tips voor steden en gemeenten gegeven die rond de toegankelijkheidsproblematiek willen werken. 9. In augustus 2003 publiceerde de administratie Wegen en Verkeer het Vademecum Voetgangersvoorzieningen. In zes hoofdstukken wordt uitgebreid stilgestaan bij respectievelijk het belang van een voetgangersvriendelijk beleid, de basisuitgangspunten voor voetgangersroutes, de juridische aspecten, ontwerprichtlijnen voor infrastructuur, signalisatie en reglementering, en onderhoud. Speciale aandacht wordt hierbij besteed aan voorzieningen voor diegenen die om welke reden ook minder beweeglijk zijn, diegenen die slechtziend zijn of diegenen die zich met een rolstoel verplaatsen. Dit vademecum werd ondertussen bezorgd aan de technische diensten van de gemeenten, bibliotheken enzovoort. Dat zijn slechts enkele van de recente realisaties. Er blijft nog veel te doen. We zullen bij het uitwerken van nieuwe projecten zeker een beroep doen op uw voorstellen. mvg , Steve Stevaert Voorzitter sp.a i.o. Directie Communicatie 02/552.03.23 www.s-p-a.be

NV-A

(Noot : van NV-A kreeg ik toen geen antwoord op mijn brief. Recent, oktober 2006, kreeg ik van Minister van Toerisme Geert Bourgeois wel een antwoord op mijn klacht over de brochure van Vlaanderen Vakantieland. In die fraaie brochure staan/stonden immers geen toegankelijkheidslogo’s. Hieronder de reactie van de minister.) Geachte heer De Clercq, Dank voor uw brief van 1 oktober jl. U merkt terecht op dat mensen met een handicap of beperking een steeds actievere plaats in onze samenleving innemen, maar dat er nog heel wat werk verzet moet worden om het openbare leven aan te passen aan de vereisten. Een onbekommerde uitstap, vakantie of avondje uit liggen nog altijd niet voor de hand, zoals blijkt uit uw persoonlijke ervaringen. Toch blijkt de “trek-uw-plan”-mentaliteit die u aanklaagt wel degelijk op de terugtocht. Er wordt immers hard gewerkt aan een toegankelijke infrastructuur in Vlaanderen. Dat gebeurt wel eens met vallen en opstaan, maar de resultaten zijn er. Neem nu de ‘Vlaanderen Vakantieland’-brochure waarnaar u verwijst. De beslissing om (tijdelijk) geen toegankelijkheidslogo te plaatsen is slechts een overgangsmaatregel. Toerisme Vlaanderen werkt namelijk aan een kwaliteitslabel voor toegankelijk toerisme. Dit label zal – in tegenstelling tot het huidige bekende rolstoellogo –wél objectief getoetst zijn aan ernstige criteria. Liever dan in afwachting verder een verouderd en al te vaak misbruikt symbool te gebruiken, hebben de samenstellers gekozen voor een verwijzing naar het Infopunt Toegankelijk Reizen. Deze dienst van Toerisme Vlaanderen is de spil van alle Vlaamse inspanningen rond toegankelijk toerisme. De infobundel “Toegankelijke verblijven in Vlaanderen en Brussel” is dus een tussenstap op weg naar degelijke toegankelijkheidsinformatie die later in de gewone brochure van Vlaanderen Vakantieland een plaats zal krijgen. Ook de gelijknamige databank wordt op dit ogenblik grondig hervormd. Bedoeling is dat de verzamelde objectieve toegankelijkheidsinformatie er gekoppeld zal worden aan de algemene toeristische gegevens. Op uw aanraden hebben we eens gekeken naar het huidige resultaat. De zoekterm “handicap” levert inderdaad slechts 1 logeeradres en 1 arrangement op, maar ook dit is slechts een kwestie van tijd. Dat onze kustgemeenten niet bepaald stil zitten mag blijken uit het document in bijlage. U leest er alles over strandrolstoelen, verharde paden naar de waterlijn, toegankelijke toiletten, enzovoort. Deze herwerkte en uitgebreide infobundel van het Infopunt Toegankelijk Reizen zal na lay-out ook via de website www.toegankelijkreizen.be op te halen zijn. We zenden u in "avant-première" een stand van zaken. Behalve een website met kant-en-klaar materiaal, biedt het Infopunt Toegankelijk Reizen tevens informatie op maat over vakantie- en uitstapmogelijkheden. U hoeft slechts een telefoontje of mailtje naar het team te richten om per omgaande een oplossing op maat te ontvangen. Ook over de toegankelijkheid van cafés en restaurants bent u hier aan het goede adres. Zo signaleert het Infopunt Toegankelijk Reizen enkele cafés en restaurants die verbonden zijn aan toeristische gebouwen, zoals het SMAK-museumcafé (opnieuw open sinds 6 oktober). Het MIAT en het Museum voor Schone Kunsten beschikken eveneens over een toegankelijke cafetaria en aangepast sanitair. Uit het boek “Toerisme in België voor personen met een handicap” (uitg. Touring/Lannoo) komt nog de suggestie van het Novotel-restaurant aan het Goudenleeuwplein in Gent. Voor bijkomende informatie, maar ook met uw persoonlijke suggesties bent u welkom bij het Infopunt Toegankelijk Reizen, Grasmarkt 61, 1000 Brussel, e-mail: info@toegankelijkreizen.be. Daarnaast namen de medewerkers van Toerimse Vlaanderen contact op met het Gentse stadsbestuur. De Dienst Welzijnszorg weet dat er nood is aan een brochure met toegankelijkheidsinformatie over de cafés en restaurants. De huidige brochure is al jaren oud en niet meer actueel. Er is verbetering op komst, maar in afwachting gaf deze dienst alvast een aanrader: Café Leffe, Botermarkt 11 in Gent. Deze prima toegankelijke taverne (met aangepast sanitair en degelijk opgeleid personeel), schuin tegenover het stadhuis, won de “Kom erin”-prijs van de stad Gent. Dat de toegankelijkheid van de Gentse Feesten niet vlekkeloos verliep, is bekend bij het Gentse stadsbestuur. Men is wel degelijk bereid hier lessen uit te trekken. Begin november vindt nog een algemene evaluatie plaats, samen met alle betrokken organisaties. Ook uw opmerkingen worden daarbij opgenomen. Samenvattend kunnen we stellen dat er wel degelijk werk gemaakt wordt, zowel van een verbetering van de toegankelijkheid van gebouwen als van correcte informatie over de geleverde inspanningen. Op dit moment vult het Infopunt Toegankelijk Reizen van Toerisme Vlaanderen zoveel mogelijk de leemtes in. Een volgende stap, die nu al in voorbereiding is, wordt de invoeging van deze informatie binnen de algemene toeristische kanalen, zoals de website en de gedrukte publicaties. Wij delen met u de hoop dat de tijd van “trek uw plan” voorgoed tot de geschiedenis mag behoren. Nogmaals bedankt voor uw belangstelling én opmerkingen. Met vriendelijke groeten, Geert Bourgeois Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme Alhambragebouw E. Jacqmainlaan 20, 7de verdieping 1000 Brussel tel. 02 552 70 00 fax 02 552 70 01

Vraag 1. Kunnen de meerderheidspartijen in het college zich vinden in de standpunten van de respectieve nationale partijen? Kunnen zij kenbaar maken of en hoe die standpunten naar gemeentelijk vlak vertaald worden?

Adviesraad voor gehandicapten
Uit de pers: VFG1 wil gemeentelijke adviesraad voor personen met handicap

(Belga) Twee dagen na de installatie van de nieuwe gemeenteraden vraagt de Vlaamse Federatie van Gehandicapten (VFG) dat er in alle gemeenten een adviesraad voor personen met een handicap komt. Nu heeft zowat de helft van de 308 Vlaamse gemeenten een adviesraad of een werkgroep rond toegankelijkheid. Als onderdeel van het project "Laat je stem horen" rond het gemeentelijk beleid, lanceert de vereniging vrijdag op de website www.besteburgemeester.be een databank met een overzicht van voordelen en tegemoetkomingen die gemeenten toekennen aan mensen met een beperking. Die kunnen ook van toepassing zijn op senioren en mensen met een chronische ziekte. De databank bevat gegevens van een kleine tweehonderd gemeenten, waarvan vier Brusselse.

Vraag 2. Heeft het college plannen voor de oprichting van een adviesraad voor personen met een handicap? Zo ja: zijn er al afspraken op vlak van samenstelling, overleg, planning enz.?

“Laat je stem horen”

Mensen met een handicap willen geen zes jaar wachten om hun stem nog eens te laten horen... Daarom ontwikkelde VFG haar project 'Laat je stem horen'! VFG wil alvast dat er in elke gemeente een goed functionerende adviesraad voor personen met een handicap komt, zodat alle mensen met een handicap zich thuis voelen in hun gemeente. Even belangrijk is dat mensen met een handicap weten op welke voordelen zij recht hebben in hun gemeente. Hiervoor ontwikkelde VFG op haar site een databank waar al deze info terug te vinden is. Wij willen u kennis laten maken met:
Het project laat je stem horen, voor een sterke adviesraad in elke gemeente
Het beleid vandaag... bijna elke gemeente kent specifieke voordelen toe aan personen met een handicap. Deze zijn overal anders en dikwijls nog te weinig gekend. Om hieraan te verhelpen ontwikkelde VFG een module op haar site waar iedereen kan opzoeken welke voordelen van toepassing zijn in welke gemeente!
Onze website www.besteburgemeester.be

3. Op de website van de VFG zijn een drietal items te vinden over de gemeente Laarne. Deze informatie is niet of zeer moeilijk te vinden op de website www.laarne.be Waar en hoe kunnen inwoners van Laarne deze en gelijkaardige informatie snel en eenvoudig vinden?

“Agenda 22”

In 1993 introduceerden de Verenigde Naties 22 standaardregels die mensen met een beperking dezelfde rechten garandeert als andere burgers. Mensenrechten vormen hierbij de basis. ‘Agenda 22’ wil deze regels vastleggen in gemeentelijke beleidsplannen Agenda 22 is een praktische methode om aan een gemeentelijk inclusief beleid te werken. De methode is gebaseerd op de 22 Standaardregels voor gelijke kansen voor mensen met een handicap die de Verenigde Naties hebben opgesteld. Lokaal kunnen deze regels als wegwijzer gebruikt worden om, in plaats van losstaande of min of meer toevallige verbeteringen, structureel het hele beleid door te lichten. Centraal hierbij staat een gelijkwaardige samenwerking tussen lokale belangenbehartigers onderling én gemeenten. Een gemeente kan immers alleen met gebruik van ervaringsdeskundigheid een goed beleid voeren dat echt rekening houdt met de mogelijkheden van mensen met beperkingen.2

Vraag 4. Zijn de standaardregels van ‘Agenda 22’ bekend bij het college? Welke van die principes worden op gemeentelijk vlak toegepast, of wil men gaan toepassen?

Follow-up vergadering?

Op 24 mei 2004 had in de polyvalente zaal in de Keistraat een vergadering plaats met schepen Dirk Clerick en mevrouw Els Jacobs (woondienst) en een aantal mindervaliden uit Laarne-Kalken. Na een brede gedachtewisseling over de problemen en behoeften van gehandicapten in Laarne, werd informeel afgesproken dat er een follow-up zou komen.

5. Kan het college meedelen of er een verslag van die vergadering bestaat en waar dat verslag geraadpleegd kan worden? Kan de bevoegde schepen meedelen wanneer er een follow-up vergadering voorzien is?

Openbare infrastructuur

Voor de sociale integratie en de zelfredzaamheid van gehandicapten is het van groot belang dat de infrastructuur in hun leefomgeving voldoende aangepast is. De meeste aanpassingen komen trouwens ook valide mensen ten goede, bijvoorbeeld ouderen, mensen met kinderwagens, fietsende ouders-en-kinderen... Op dit moment is met voor mensen die slecht te been zijn of zich op wielen verplaatsen, levensgevaarlijk om zich autonoom in de dorpskern te begeven. Basisbehoeften voor minder mobiele mensen zijn:
Afgevlakte stoepranden
Veilige oversteekplaatsen op beveiligde zebrapaden
Verkeersremmende maatregelen
Een egale ondergrond op straat
Egale stoepen, die breed genoeg zijn voor een comfortabele draaicirkel.
Toegankelijke toiletten bij publieke gebeurtenissen
Ongehinderde toegang tot de kerkTechnische aanpassingen (hellingsgraad van opritjes, deurbreedte, draaicirkels, drempelhoogte enz.) worden vaak – met de beste bedoelingen – verkeerd ingeschat. ‘Leken’ kunnen dan ook beter te rade gaan bij gespecialiseerde organisaties zoals het Vlaams Fonds voor de Integratie van Personen met een Handicap, VFG, KVG en andere.

Vraag 6. Kan het college meedelen waar er informatie over het Masterplan op het internet (voor vele gehandicapten een primaire bron van informatie) te vinden is?

Vraag 7. Kan het college meedelen welke organisaties of personen geadviseerd hebben over aanpassingen van de infrastructuur aan de noden van minder mobiele mensen?

Andere vragen over mobiliteit

Zo goed als alle Laarnse horecazaken zijn slecht toegankelijk voor mindervaliden en niet-toegankelijke wc’s zijn de regel. Een sensibiliseringsactie zou misschien de wind doen keren? Café- en restaurantuitbaters moeten beseffen dat dit niet alleen een sociale verantwoordelijkheid is, maar dat zij ook een deel uitgaven van dorpsgenoten én van toeristen aan hun neus zien voorbijgaan als minder mobiele mensen bij hen niet binnen kunnen. 8. Sensibilisering kan ook beloond worden. In verschillende Vlaamse en Nederlandse steden bestaat bijvoorbeeld een ‘toegankelijkheidsprijs’ die doorgaans heel wat media-aandacht krijgt... De parel aan de Laarnse kroon, het kasteel, is nauwelijks toegankelijk voor wie slecht te been is en zeker voor rolstoelgebruikers. De bovenverdiepingen en de kelder zijn verboden terrein en de gehandicapte bezoeker die dringend moet, die moet het maar in zijn broek doen.

Vraag 8. Is het college op de hoogte van hulpmiddelen die verdiepingen, ook in geklasseerde gebouwen, toegankelijk kunnen maken? Er bestaan trapliften, plateauliften, losse ‘rolstoeltransporters’, oprijgoten in alle maten en prijzen. Overweegt het college de aanschaf van één van die hulpmiddelen?

Normen

Op Europees vlak bestaan diverse adviesraden en normen voor de toegankelijkheid van gebouwen en mobiliteit in het algemeen. Veel van die informatie is gelijklopend. Ik beperk mij tot twee voorbeelden, die makkelijk op het internet te vinden zijn.
In Duitsland bestaat de zogeheten ‘DIN 18024/18025’-norm. Hotels bv. die de norm halen, krijgen het waarmerk ‘Barrierefrei’. Het waarmerk is tegelijk een kwaliteitslabel.
In Nederland bestaat een gelijkaardig waarmerk: ‘Drempelvrij’3.In België is concrete normering iets moeilijker te vinden, maar op websites zoals die van het Vlaams Fonds voor Integratie van Personen met een Handicap of die van de cel ‘Gelijke kansen in Vlaanderen’4 van minister Kathleen Van Brempt zijn toch interessante publicaties te vinden, zowel in pdf- als in Word-formaat. Een paar onderwerpen die u vindt op de website van de Gelijke kansen-cel: Toegankelijkheid van groengebieden Toegankelijkheid van restaurants en cafés Toegankelijkheid van winkels Toegankelijkheid van bankgebouwen Toegankelijkheid van voetpaden Toegankelijkheid van gebedshuizen

Vraag 9 Is het college op de hoogte van de inhoud van deze publicaties?

Vraag 10 Welke adviezen uit deze publicaties zijn opgenomen in het Masterplan?


Op wandel

Staat u mij toe u mee te nemen op een fotografische wandeltocht in onze gemeente. Het is een wandeling met haperingen, want mensen met beperkte mobiliteit komen onderweg obstakels tegen die valide mensen zeer waarschijnlijk niet eens zien. Een (onvolledig) overzicht.

(Foto)We starten onze tocht aan het kasteel van Laarne, toeristische trekpleister bij uitstek maar ook lokale mensen brengen het graag een bezoekje. Aan de slotgracht is één parkeerplaats voor invaliden, blauw gemarkeerd zoals het hoort. Rechts uitstappen is voor een rolstoelgebruiker haast onmogelijk door de haag, links kan alleen bij droog weer, zoniet beland je in de modder. Achteraan uitstappen? Bij droog weer kan het lukken, als je de oneffenheid van de kasseien en het uitstekende putdeksel er bijneemt.

(Foto)Hier is geen doorkomen aan. Op het voetpad proberen de hoek om te komen, is levensgevaarlijk. De straat op, dan maar? Precies op dat moment komt er een auto aan...

(Foto)Eens het hoekje om, wachten nog meer nare verrassingen.

(Foto)We gaan dan maar de andere kant op, maar de stoep ligt er lamentabel bij. Valide mensen zien zoiets niet, maar voor mensen op wielen is dit beangstigend.

(Foto)Even verder is het niet veel beter: aan café De Wastobbe verspert een tijdelijk verkeerslicht de doorgang, even verder is het een haag... of een verkeersbord, of iets anders.

(Foto)We draaien rondjes, dat hebt u intussen wel door. Terug in de dorpskern willen we hier, ter hoogte van de rotonde, de straat over. Mooi niet. Dit is Parijs-Roubaix.

(Foto)We wilden graag de straat over om even te verpozen in onze bijzonder charmante kerk. Het huis van de Heer is echter niet voor iedereen toegankelijk.Even shoppen, dan maar? Deze lukraak gekozen handelszaak is duidelijk niet voorzien voor rolstoelgebruikers. In de vakliteratuur wordt een drempelhoogte van 2 cm doorgaans als maximum beschouwd.

(Foto)Zullen we even wat geld uit de muur halen, even iets regelen aan het loket, iets in de kluis in veiligheid brengen? Alvast niet in dit bankagentschap. Dit is geen drempel meer, dit is een Atlantikwal. Handelaren moeten stilaan gaan beseffen dat “wie ons niet binnenlaat, ons geld niet krijgt”. Zo simpel is dat. Time to bite back.

1 VFG is een vereniging van 17.609 personen met een handicap, chronisch zieken, invaliden, familie en vrienden. Zie www.vfg.be
2 Meer info op http://www.besteburgemeester.be/beter_beleid.htm
3 Zie www.handicap.nl
4 Zie www.vlafo.be en www.gelijkekansen.vlaanderen.be

Toiletten voor mindervaliden in Laarne?

Naar verluidt is dit document dit voorjaar besproken in de Laarnse gemeenteraad. Er is niet over gestemd, maar het document kon volgens een goede bron op de bijval van de burgemeester rekenen. Als alternatief zou de burgemeester later gesuggereerd hebben, het geld voor de bouw van openbare toiletten te gebruiken als steun voor aanpassingen aan gebouwen voor minder mobiele mensen. We wachten nieuwsgierig af...
-------------------------------------------------------------------------------------------------

Openbare toiletten... ook voor mindervaliden?

Motivatie:Dat rolstoelgebruikers – mindervaliden in het algemeen – in Vlaanderen nog steeds als tweederangsburgers worden beschouwd, is een open deur intrappen. Op vlak van sociale (financiële) tegemoetkomingen mogen we dan tot de Europese top behoren, in het dagelijkse leven worden mobiliteit en zelfredzaamheid nog steeds niet als vanzelfsprekende rechten beschouwd. Vooral de vrijetijdssector (horeca, toerisme...) schiet hier schromelijk tekort. Of het nu gaat om werkende, belastingen betalende mindervaliden of om mensen die met een uitkering moeten rondkomen, doet niet terzake. Zelfredzaamheid is een basisrecht, een mensenrecht. Voor de zwijgende minderheid van mindervaliden maken kleine aanpassingen een wereld van verschil. Misschien kan een aantrekkelijke gemeente als Laarne aan de buitenwereld eens tonen hoe het moet. Door een kleine ingreep zoals, bijvoorbeeld, een toegankelijk openbaar toilet. Doelgroep? Hoeveel rolstoelgebruikers (of mensen met verminderde mobiliteit) van een toegankelijk toilet zouden gebruikmaken, met andere woorden wat de behoefte of de vraag is, is zeer moeilijk te beantwoorden. Daarvoor is een (bijzonder tijdrovende) face-to-face enquête nodig bij de eigen bevolking en dan heb je de toeristen en andere wandelaars nog niet meegeteld. Bovendien is dit vrij arbitrair: vanaf hoeveel mindervaliden is een aanpassing verantwoord? Tien (en is acht dan net te weinig?), veertig (is achtendertig dan net te weinig?).... Omgekeerd is het even valabel, te stellen dat een faciliteit pas gebruikt zal worden als ze er is. De vraag naar de wenselijkheid van een rolstoeltoegankelijke sanitaire ruimte is een morele vraag. We doen dat omdat het moet, voor alle burgers. En, ten slotte, omdat we willen dat de mindervalide medemens zich Laarne-Kalken goed voeld. Het plaatsen van toegankeljke en aangepaste openbare toiletten in Laarne-Kalken zou ten goede komen aan:
Rolstoelgebruikers en andere mindervaliden die lokale evenementen willen bezoeken (jaarmarkt, kermis, kasteel, heksen-evenement...) maar dat niet doen bij gebrek aan een toegankelijk toilet. Want als je moet plassen zijn er geen alternatieven: terug naar huis.
Minder mobiele mensen in het rusthuis, om dezelfde reden.
Dagjesmensen, wandelaars en andere toeristen die nu wegblijven omdat ze vrezen niet tijdig hun plasje te kunnen doen.Het is duidelijk dat de omvang van die doelgroep bijna onmogelijk te becijferen is. Nogmaals: het is een morele keuze. Het plaatsen van aangepaste openbare toiletten in Laarne-Kalken zal waarschijnlijk ook media-aandacht krijgen. Het is een unieke kans om te tonen dat meerderheid en oppositie de handen in elkaar kunnen slaan voor een (bescheiden) gemeenschappelijk doel. Waarom geen mobiele toiletten? U kent ze wel, ze staan vaak op grote bouwwerven, festivals en dergelijke: de mobiele toiletten. Er zijn redenen waarom dat geen valabele optie is.
Chemisch? Chemische toiletten hebben geen spoeling of afvoer. Eenvoudig gesteld: een grote bak met middenin een gat en een hoeveelheid chemisch product. Na enkele dagen begint dat verschrikkelijk te stinken (in de zomermaanden is de stank niet te harden).
De reiniging (het leegmaken) gebeurt door een ruimingsbedrijf. Dat is duur.
De wanden zijn niet te isoleren.
Zo’n mobiele bak heeft een drempel van meer dan 2 cm (zie verder).
De draaicirkel voor een rolstoel (1,5 m) is ontoereikend
Steungrepen zijn niet mogelijk.
Afsluiting en beveiliging zijn ontoereikend.
Waarom een vast toilet? Omdat vrijwel alles wat in een mobiel toilet niet mogelijk is, in een vaste sanitaire ruimte wel mogelijk is. Zo eenvoudig is dat. Op het internet is bij officiële overheidsdiensten overvloedig veel informatie te vinden over aanpassingen voor mindervalide mensen (zie bijvoorbeeld http://www.gelijkekansen.be/). Hieronder een greep uit de aanbevelingen, getoetst aan persoonlijke ervaringen.
Hoogte - Om problemen bij overvloedige regenval te vermijden, is het aan te bevelen de toegang tot het openbaar toilet lichtjes hoger te plaatsen dan de vlakke grond. Een deurdrempel van 2 cm hoogte wordt algemeen als maximaal beschouwd maar voor zelfstandige rolstoelgebruikers kan dat, afhankelijk van het type rolstoel, al te veel zijn.
Oprijplaat - Er bestaan mobiele oprijplaten in zeer licht materiaal, maar het risico van diefstal is niet denkbeeldig. Daarom is een betonnen hellingsbaan noodzakelijk. De hellingsgraad mag maximaal 5 % zijn. Voor de hellingsbaan moet er een vlak bordes zijn. Het hellend vlak is minstens 1,20 m breed, en slipvrij. Voor de zelfstandige rolstoelgebruiker is een of tweel leuningen van tussen 85 cm en 1 m hoog aan te bevelen.
Deur - De toegangsdeur is minstens 90 cm breed, 1,5 meter is beter. De deur draait naar buiten open. Een horizontale greep aan de binnenkant vergemakkelijkt het openen en sluiten. Een glijdeur is een alternatief
Toiletruimte – De totale toiletruimte voor gehandicapten is minstens 1,65 m op 2,20 m groot. Een vrije draaicirkel van 1,5 meter is een absolute noodzaak..
Toilet - Het toilet, inclusief de toiletbril is 50 cm hoog. Aan minstens één kant van het toilet moet er een vrije breedte van 90 cm zijn om een zijdelingse transfer te kunnen uitvoeren. Een toilet waar aan beide zijden een transferruimte is, moet 2,20 m op 2,20 m groot zijn. Uiteraard is er een spoelbak.
Grepen - Een vaste greep aan de muur en een opklapbare steun aan de andere kant van het toilet zijn de beste keuze. Een toilet met aan weerszijde een transferruimte heeft echter twee opklapbare steunen nodig.
Wastafel - De ruimte onder de wastafel ( de ‘beenhoogte’) bedraagt 70 cm. De bovenrand van de wasbak is tussen 80 en 90 cm hoog. De onderrand van de spiegel komt op ongeveer 90 cm. Voor personen met een verminderde handfunctie zijn een automatisch handdoeksysteem en een zeepdispenser met een verlengde hendel nuttig.
Kapstok – Een kapstok moet bereikbaar zijn. 1,20 meter hoogte is de norm.
Alarm - Met een alarmknop kan hulp gevraagd worden wanneer er iets misloopt of iemand zich onwel voelt.

Mogen wij even bij u langskomen?

Mogen wij even bij u langskomen?
Beste dorpsgenoten, Op 31 mei plannen wij een dorpswandeling in Laarne, en een in Kalken. Wij, dat zijn een tiental mensen van de brandnieuwe werkgroep ‘Laarne-Kalken Mobiel’. Het is de bedoeling, dat wij tijdens onze wandeling een soort inventaris maken van de problemen waarmee minder mobiele mensen in hun dagelijkse leven te maken kunnen hebben. Dat zijn, bijvoorbeeld, problemen op vlak van toegankelijkheid van gebouwen en problemen met niet-aangepaste infrastructuur voor mensen die zich met een rolstoel, met krukken, met prothesen of met andere hulpmiddelen verplaatsen. Wij verwachten enkele tientallen 'wandelaars'. De problemen waarmee zij te maken hebben, zijn valide mensen meestal totaal onbekend. Daar willen wij iets aan doen en daarom willen we tijdens onze wandeling even bij u langskomen. Kunnen we bij u binnen? Prima. Kunnen we niet binnen? Dan kunt u misschien heel even naar buiten komen. U krijgt dan van ons een folder die u misschien kan inspireren, mocht u van plan zijn om uw gebouw aan te passen voor mindervaliden. Dit moet u nog weten: > Wij zijn niet van plan u te overrompelen, wees gerust. Dit is geen protestbetoging. We komen met enkele mensen langs voor een vriendelijke babbel en een folder. > De kans is groot dat u enkele lokale politici onder de deelnemers ziet. Enkelen hebben al hun steun beloofd, en wie weet willen ze niet even in een rolstoel plaatsnemen om tot bij u te komen… > We plegen volop overleg met een andere, provinciale organisatie. Ook van hun leden zullen er ongetwijfeld mensen naar Laarne-Kalken komen. > Wij zijn volop bezig met het verzamelen van informatie over aanpassingspremies voor wie zijn bedrijf, winkel, café enz. zou willen aanpassen. We zijn ervan overtuigd dat het gemeentebestuur daar ook belangstelling voor heeft. > Het is niet uitgesloten dat enkele media die dag iemand naar Laarne-Kalken sturen om te zien wat hier zoal gebeurt. Dat kan geen probleem zijn: we willen niemand provoceren en we hebben niets te verbergen. We zijn ervan overtuigd dat we op 31 mei op uw sympathie kunnen rekenen.
Namens Laarne-Kalken Mobiel,
Gerrit De Clercq (voorzitter)
Warande 88
9270 Laarne
Mail: gerrit.de.clercq@telenet.be
GSM: 0495 809 442

Stappen jullie even mee?

Op 31 mei organiseert de ovenverse werkgroep 'Laarne-Kalken Mobiel' een dorpswandeling om de problemen op vlak van toegankelijkheid en aanpassingen voor minder mobiele mensen in Laarne en in Kalken in kaart te brengen.De problemen voor rolstoelgebruikers, prothesedragers en andere minder mobiele mensen zijn in Laarne, in Kalken en in andere Vlaamse gemeenten weinig opvallend maar niettemin cruciaal voor de mindervaliden. Het zijn problemen waar mobiele mensen niet bij stilstaan omdat zij die problemen eenvoudigweg niet zien.Om 10 uur 's ochtends vertrekken we aan het kasteel, en met de nodige toeters en bellen zakken we af naar het dorpscentrum. Om 14 uur doen we hetzelfde in Kalken. Daar starten we aan café Breughel, waar we ook eindigen. Elke wandeling duurt ongeveer twee uur.Op onze wandeling stoppen we even bij winkels, cafés, bankkantoren enz. We maken een vriendelijk praatje met de uitbaters/zaakvoerders/verantwoordelijken en geven hen een folder met suggesties, voor het geval zij hun gebouw zouden willen aanpassen.Het zal jullie niet verbazen dat een aantal lokale politici meestappen of meerijden (in een rolstoel). Onze actie is immers positief bedoeld en kan alvast op de steun van de burgemeester rekenen. De lokale pers wordt overigens ook uitgenodigd.Waarom deze brief? Omdat wij het heel erg leuk zouden vinden dat mensen die begaan zijn met mobiliteit en integratie, ons zouden steunen. Gewoon door even te komen kijken, een eindje mee te stappen misschien.Tot dan?Gerrit De Clercq > gerrit.de.clercq@telenet.beWarande 889270 Laarne
Ik heb deze blog gecreëerd in het kielzog van de discussies van de nieuwe werkgroep 'Laarne-Kalken Mobiel'. De werkgroep organiseert op 31 mei een wandeling doorheen Laarne en Kalken met een (hopelijk grote) groep mindervaliden. Wij willen op een positieve manier de problemen op vlak van mobiliteit en toegankelijkheid in de regio Laarne-Kalken in kaart brengen. Wij hopen dat onze actie op een positieve, constructieve manier bijdraagt tot een oplossing voor de hinderpalen die minder mobiele mensen in hun dagelijkse wandel en handel ondervinden. Houd deze blog in de gaten: hij leeft.